Apotheek de Batau

Medische Encyclopedie

Inhoud

octocog alfa

Octocog alfa is een stollingsfactor (een middel dat het bloed doet stollen).

Artsen schrijven octocog alfa voor bij de bloedstollingsziekte (bloederziekte) hemofilie A.

Wat doet octocog alfa en waarbij gebruik ik het?

Bloedstollingsziekten

Octocog alfa wordt gebruikt bij hemofilie A, een aangeboren bloederziekte.

Oorzaak
In het bloed zitten stoffen die zorgen voor de bloedstolling na een verwonding. Dit heten stollingsfactoren.

Bij een bloeding moet de stollingsfactor de bloedstolling in gang zetten. Bij hemofilie A is een tekort aan de stollingsfactor factor VIII. Daardoor komt de stolling bij bloedingen niet of te traag op gang.

Verschijnselen
Het duurt daardoor langer voor bloedingen stoppen. U heeft ook geregeld spontane bloedingen in de gewrichten, spieren, nieren (bloed in de urine), of onder de huid (blauwe plekken en bloeduitstortingen).

Behandeling
Octocog alfa wordt gebruikt bij bloedingen die niet willen stoppen bij mensen met hemofilie A.

In een enkel geval kan octocog alfa ook worden gebruikt om bloedingen te voorkomen. Bijvoorbeeld als u meer dan een keer per week een bloeding heeft of als de bloeding steeds in hetzelfde gewricht optreedt. Zo kan blijvende gewrichtsschade worden voorkomen.

Werking
Octocog alfa lijkt op stollingsfactor VIII. Het wordt gemaakt door dierlijke cellen. Deze cellen zijn bewerkt, zodat ze een eiwit maken dat op het menselijk stollingsfactor VIII lijkt.

Effect
Octocog alfa zet de stolling in gang bij een eventuele bloeding.

Bij sommige mensen ontstaan antistoffen tegen octocog alfa. Het werkt dan minder goed. Raadpleeg uw arts als u merkt dat de bloeding niet wil stoppen.

Lees meer over bloedstollingsziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Branderig gevoel, roodheid en zwelling op de injectieplaats.

  • Duizeligheid en hoofdpijn.

  • Koorts

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Koude rillingen, vermoeidheid en opvliegers (aanvallen van warmtegevoel, rood hoofd en zweten).

  • Vreemde smaak in de mond.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree.

  • Zeer kleine kans op besmetting met een nog onbekende virus, bacterie of andere ziekteverwekker.

    De kans is heel klein, omdat de stollingsfactor en toevoegingen goed worden gecontroleerd op onzuiverheden. Zo vinden er standaardtests plaats op hiv, hepatitis en andere virussen.

  • Hartkloppingen, pijn op de borst en kortdurend buiten bewustzijn raken.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Overgevoeligheidreacties. U kunt dan huiduitslag, netelroos en jeuk krijgen.

    Stop bij deze verschijnselen met het gebruik en raadpleeg uw arts. Soms mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit middel. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik octocog alfa gebruiken met andere medicijnen?

Van dit medicijn zijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn niet als u borstvoeding geeft of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
U kunt de injectie door een arts of verpleegkundige laten toedienen. Of uw arts of verpleegkundige leert u hoe u uzelf moet injecteren. Als u heeft geleerd hoe u dit medicijn zelf moet injecteren:

  • laat de poeder en het oplosmiddel op kamertemperatuur komen;
  • maak de oplossing altijd vers aan;
  • om het poeder op te lossen, moet u het flesje voorzichtig omzwenken. U mag het flesje niet schudden. Door het schudden werkt die medicijn niet meer;
  • trek de vloeistof op in de bijgeleverde injectiespuit;
  • injecteer de injectie langzaam in een ader, volgens de instructies van de arts of verpleegkundige.

Hoe bewaren?
Na mengen is de oplossing twee tot drie uur houdbaar. Bewaar het poeder en de oplosvloeistof in de koelkast, maar niet in het vriesvak.

Hoe lang?

  • Bij een bloeding, zoals een bloeding in een gewricht: u moet doorgaan tot de bloeding is gestopt. Bij kleine tot middelgrote bloedingen is dat één tot vier dagen. Bij een bloeding in het gewricht: tot de ergste verschijnselen over zijn.
  • Na kleine operaties, zoals trekken van tanden en kiezen: de behandeling duurt minimaal één dag na de operatie.
  • Bij grote operaties: de behandeling begint voorafgaand aan de operatie en gaat nog minstens een week na de operatie door.
  • Bij continu gebruik: gebruikt u dit middel voortdurend om bloedingen te voorkomen? U kunt doorgaan zolang het middel nog goed werkt en u het goed verdraagt.
Terug naar overzicht