Apotheek de Batau

Medische Encyclopedie

Inhoud

rabiësvaccin

Het rabiësvaccin bevat onschadelijk gemaakte gifstoffen van rabiësvirussen. Het beschermt tegen infecties met het rabiësvirus.

Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen die meer kans hebben op een rabiës-infectie.

Wat doet rabiësvaccin en waarbij gebruik ik het?

Infecties met virussen

Rabiës
Rabiës (hondsdolheid) wordt veroorzaakt door het rabiësvirus. Het is een onbehandelbare ziekte die bijna altijd dodelijk afloopt. Het is daarom belangrijk om rabiës te voorkomen met een vaccinatie. 

Oorzaak
U kunt het rabiësvirus krijgen als een besmet dier u een bijt, krabt of likt op een beschadigde huid. Het virus verspreid zich via het speeksel van besmette zoogdieren (vooral honden, katten en vleermuizen).

Rabiës voorkomen 
U kunt een inenting krijgen om deze ziekte te voorkomen. Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen het rabiësvirus. Als u dan in aanraking komt met dit virus kan uw lichaam dit sneller onschadelijk maken.

Lees meer over infecties met virussen . “

Vaccinaties

Sommige mensen lopen extra kans op een infectie met rabiës. Zij kunnen na 5 jaar een nieuwe vaccinatie (herhaling vaccinatie) nodig hebben. 
Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • mensen in sommige beroepen die veel met mogelijk besmette dieren werken, zoals vleermuisonderzoekers;
  • reizigers naar landen met slechte medische voorzieningen. Als u in zo’n land een verwonding oploopt is het vaak niet mogelijk om u veilig tegen rabiës te laten vaccineren.
Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en ziek of niet lekker voelen. Bij kleine kinderen slaperigheid, prikkelbaarheid en ontroostbaar huilen.

  • Reacties op plaat van de injectie, zoals pijn, roodheid, verharding, zwelling en blauwe plek. Zelden jeuk.

  • Spierpijn

  • Misselijk gevoel. Zelden andere maagdarmklachten, zoals buikpijn, overgeven en diarree.

  • Opgezwollen lymfeklieren. U kunt deze klieren voelen in uw hals, oksels of liezen.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizelig gevoel

    Het beste kunt u even gaan liggen en uw benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Sta ook langzaam op uit bed of van een stoel.

  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts, rillen, gewrichtspijn of moe en zwak gevoel.

    Deze verschijnselen houden meestal niet langer dan 1 tot 2 dagen aan. Een enkele keer duren ze tot 2 weken.

  • Overgevoeligheid voor dit vaccin. U kunt dit merken aan huiduitslag, galbulten of jeuk. U kunt hier vooral last van krijgen bij een herhalingsinjectie. In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen uw arts.

    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartkloppingen

  • Wazig zien

  • Spierzwakte en spierverlamming

  • Opeens niet of minder goed horen

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik rabiësvaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

Het vaccin werkt minder goed door de onderstaande medicijnen. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals dexamethason, betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Medicijnen die het afweer onderdrukken, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus. Deze medicijnen worden bijvoorbeeld gebruikt bij reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit medicijn veilig gebruiken tijdens de zwangerschap of als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Uw arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of in de huid.

Wanneer?

Om rabiësbesmetting te voorkomen

  • Bent u al eerder ingeënt tegen rabiës? Dan is 1 nieuwe inenting voldoende om minstens 5 jaar beschermd te zijn.
  • Bent u nog niet eerder ingeënt tegen rabiës? Dan heeft u 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 7 dagen na de eerste inenting.
  • Werkt uw afweersysteem niet goed? Dan zijn vaak 3 inentingen met het rabiësvaccin nodig. De derde inenting krijgt u in de vierde week na de eerste inenting.

Na een beet, krab of lik van een mogelijk besmet zoogdier

Injectie in de spier

  • Als u tegen rabiës bent ingeënt, zijn 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 3 dagen na de eerste inenting.
  • Als u nog niet eerder ingeënt bent tegen rabiës, heeft u 4 inentingen nodig. U krijgt de eerste 3 inentingen verdeeld in de eerste week. De laatste inenting krijgt u in de derde of vierde week na uw eerste inenting.
  • Werkt uw afweersysteem niet goed? Dan zijn 5 inentingen met het rabiësvaccin nodig. U krijgt de 5 inentingen verdeeld over een maand.
  • Ook kan een eenmalige injectie met antistoffen tegen rabiës nodig zijn. Deze injectie heeft u nodig als uw afweersysteem niet goed werkt en als u niet eerder of niet volledig bent ingeënt tegen rabiës. Dit moet zo snel mogelijk na de verwonding. Het heeft alleen zin als u de injectie met antistoffen binnen 7 dagen na de verwonding krijgt. Deze antistoffen beschermen u direct doordat ze het gif van het rabiësvirus onschadelijk te maken.

Injectie in de huid

  • Als u tegen rabiës bent ingeënt, zijn 2 inentingen nodig. De tweede inenting krijgt u 3 dagen na de eerste inenting.
  • Als u nog niet eerder ingeënt bent tegen rabiës, heeft u 6 inentingen nodig verdeeld over een week. U krijgt 2 inentingen per keer. 

Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.

Hoelang?
De bescherming tegen rabiës duurt minstens 5 jaar. Als u elke 5 jaar opnieuw 1 inenting krijgt, blijft u steeds beschermd tegen rabiës.

Terug naar overzicht