Apotheek de Batau

Medische Encyclopedie

Inhoud

varicellazostervaccin

Het varicellazostervaccin beschermt tegen een infectie met het varicellazostervirus. Een infectie met dit virus kan waterpokken en gordelroos veroorzaken.

Er bestaan 2 soorten vaccins tegen het varicellazostervirus. Het vaccin kan het zwakke virus of dode virus bevatten.

Let op! Heeft u een orgaantransplantatie gehad? Dan mag u het varicellazostervaccin met het zwakke virus NIET krijgen. Waarschuw uw arts als u een orgaantransplantatie heeft gehad.

Wat doet varicellazostervaccin en waarbij gebruik ik het?

Vaccinaties

Het varicellazostervaccin beschermt tegen waterpokken. Het wordt gegeven aan volwassenen en kinderen vanaf 9 maanden oud die nog geen waterpokken hebben gehad en een hoge kans hebben om erg ziek te worden door waterpokken. Ze kunnen het vaccin krijgen voor ze in contact zijn geweest met iemand die waterpokken heeft, maar ook erna.

Ook beschermt het varicellazostervaccin tegen gordelroos bij personen van 50 jaar en ouder.

Lees meer over vaccinaties . “

Infecties met virussen

Een infectie met het varicellazostervirus kan waterpokken en gordelroos veroorzaken.

Waterpokken
Waterpokken is een kinderziekte. Bijna iedereen krijgt als kind waterpokken. Het komt door het varicellazostervirus. Heeft u geen waterpokken gehad als kind? Dan kunt u het nog steeds krijgen als u volwassen bent. Als u waterpokken krijgt op oudere leeftijd, dan kunt u erg ziek worden. U kunt dan bijvoorbeeld een longontsteking krijgen.

Bij waterpokken heeft u of uw kind last van vlekjes, blaasjes en korstjes op het lichaam. Deze plekken geven jeuk.

Gordelroos
Lees hieronder meer over gordelroos.

Lees meer over infecties met virussen . “

Gordelroos

Gordelroos (herpes zoster) is een infectie van de huid door het waterpokkenvirus. Bijna iedereen heeft als kind de waterpokken gehad. Het virus blijft na deze ziekte in het lichaam en kan later weer actief worden. Meestal gebeurt dat bij mensen ouder dan 60 jaar.

Verschijnselen
Bij gordelroos heeft u pijn of jeuk op een bepaalde plek op uw huid. Dit is vaak op de romp aan 1 kant van uw lichaam. Later wordt de huid rood en ontstaan rode blaasjes. Na 2 tot 4 weken verdwijnen de klachten weer.

Gordelroos op de romp kan bij gezonde mensen meestal geen kwaad. Het herstelt vanzelf. Bent u oud of zit gordelroos op uw hoofd of hals? Dan kunt u ernstige klachten krijgen, zoals erge pijn op de plek waar gordelroos zit of een ooginfectie. Sommige mensen blijven pijn houden op de plek waar de gordelroos zat nadat ze zijn genezen. Dit wordt zenuwpijn genoemd.

Behandeling
Bij gezonde mensen herstelt gordelroos meestal vanzelf in 2 tot 4 weken. Heeft u veel last van jeuk? Dan kan uw arts zinkoxidesmeersel of een pijnstiller voorschrijven. Bij mensen met een verminderde afweer, bij ouderen met erge klachten of als de gordelroos op de hoofd of hals zit, kan de arts valaciclovir voorschrijven.

Bent u 50 jaar of ouder? Of bent u jong en heeft u een hoge risico om erg ziek te worden van gordelroos? Dan kan uw arts u het varicellazostervaccin voorschrijven.

Effect
Het varicellazostervaccin maakt de kans kleiner dat u erg ziek wordt als u gordelroos krijgt. Ook maakt het de kans kleiner dat u zenuwpijn blijft houden als u gordelroos heeft gehad. U kunt dit vaccin alleen krijgen voordat u gordelroos krijgt.

Lees meer over gordelroos . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De belangrijkste bijwerkingen kunt u hieronder lezen.

Let op! Heeft u een orgaantransplantatie gehad? Dan mag u het varicellazostervaccin met het zwakke virus NIET krijgen. Waarschuw uw arts als u een orgaantransplantatie heeft gehad.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Klachten op de plek van de injectie, zoals pijn, rode huid, zwelling of jeuk.

    Zelden een warm of hard gevoel van de huid.

  • Koorts en koude rillingen.

  • Moeheid

  • Hoofdpijn

  • Spierpijn

  • Klachten van de maag en darmen, zoals misselijk zijn, overgeven, diarree en buikpijn.

    Zeer zelden winderigheid, bloed in de poep en minder eetlust.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Blauwe plek

  • Huiduitslag

    • Zelden ook jeuk en galbulten. Dit kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.
    • Zelden ontsteking van de huid. U kunt last hebben van een rode huid, jeuk, bultjes, blaasjes of schilfers op de huid.
    • Zeer zelden eczeem, acne en verkleuring van de huid.
  • Psychische klachten, zoals prikkelbaar zijn.

    Zeer zelden een lusteloos gevoel en onrustig zijn.

  • Verkoudheid of keelontsteking.

  • Pijn, zoals gewrichtspijn en pijn in de armen en benen.

  • Zwak gevoel. U bent erg moe en heeft weinig energie.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Aften. U merkt dit aan grijswitte plekken in de mond die pijn doen. Ze verdwijnen vanzelf.

  • Slaapproblemen en rare dromen.

  • Huilen

  • Hoesten

  • Verstopte neus, loopneus en een bloedneus.

  • Ontsteking van het oog

  • Duizelig zijn, flauwvallen

  • Griep

  • Longproblemen, zoals longontsteking, moeilijk ademhalen en hoesten (soms met bloed). Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Bijwerkingen in het bloed.

    • Een soort bloedarmoede.  U merkt het aan blauwe plekken of wondjes die lang blijven bloeden.
    • Minder bloedplaatjes in uw bloed. Hierdoor heeft u meer kans op bloedingen. Waarschuw uw arts bij onverklaarbare blauwe plekken, rode puntjes op de huid, bloedneuzen of bij wondjes die te lang blijven bloeden.
    • In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige bloedstollingsstoornis. U merkt dit aan koorts, bloeduitstortingen onder de huid, die eruit zien als kleine rode puntjes, soms moeheid, in de war zijn, gele kleur van uw oogwit en huid. Waarschuw dan meteen een arts.
  • Stijfheid

  • Trillen

  • Problemen met bewegen. U kunt onhandig zijn in uw bewegingen, zoals problemen met lopen of naast dingen grijpen. En u kunt moeite hebben om duidelijk te praten. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Epileptische aanvallen

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

  • Beroerte. U kunt last hebben van een scheve mond, onduidelijk of verward praten, minder gevoel in uw arm of been, minder kracht in uw arm of been. Bel meteen 112!

  • Ontsteking van het vlies rond de hersenen (hersenvliesontsteking of meningitis). Dit is een gevaarlijke ziekte. U kunt last hebben van koorts, stijve nek, overgeven, hoofdpijn, suf zijn en vlekken op de huid. Heeft u hier last van? Waarschuw dan meteen een arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk of galbulten. Heeft u hier last van? Neem dan contact op met uw arts.

    • In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, ernstig benauwd zijn, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, ademhalingsproblemen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen.
    • Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
    • Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik varicellazostervaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De onderstaande medicijnen kunnen ervoor zorgen dat u meer kans heeft op bijwerkingen van het vaccin. Ook kan het zijn dat het vaccin minder goed werkt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren.

  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantatie, zoals azathioprine en ciclosporine.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Medicijnen tegen kanker die de afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit vaccin tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u dit vaccin krijgt. Of wat het risico voor u of uw baby is als u dit vaccin niet krijgt.

Bent u nog niet zwanger en krijgt u dit vaccin? Dan moet u betrouwbare anticonceptie gebruiken tot 4 weken nadat u dit vaccin heeft gekregen. Vraag uw apotheker om advies.

Borstvoeding
U kunt dit vaccin veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit vaccin in de moedermelk terecht komt. Heeft uw baby een verminderd immuunsysteem? Dan mag u het vaccin met het zwakke virus NIET krijgen. Overleg dan eerst met uw arts of u dit vaccin mag krijgen.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Dit vaccin wordt gegeven door een arts of verpleegkundige. Het wordt gegeven via een injectie in de spier of onder de huid.

U kunt 1 of 2 prikken van het varicellazostervaccin krijgen. Krijgt u 2 prikken? Dan krijgt u het met een tussentijd van 4 tot 12 weken. Dit hangt af van uw leeftijd en welke soort varicellazostervaccin u krijgt.

Krijgt u dit vaccin omdat u in contact bent geweest met iemand die waterpokken heeft? Dan moet u het krijgen binnen 3 dagen nadat u contact heeft gehad met iemand die waterpokken heeft.

Terug naar overzicht